Antwoorden bij de test:
De gevraagde gebeurtenissen in chronologische volgorde:
1984 : Moord op de Indiase premier Indira Gandhi
1986: De Space Shuttle 'Challenger' ontploft bij de lancering
1989: Val van de Berlijnse Muur
1990 : Vrijlating Nelson Mandela uit de gevangenis op Robben Island
1992 : Israelisch vliegtuig stort neer in de Bijlmer
1995 : Val van de Bosnische enclave Sebrenica
1997 : Henk Angenent wint de Elfstedentocht
1998 : President Bill Clinton geeft in een tv-toespraak zijn affaire met Monica Lewinsky toe
2000: Ramp bij de vuurwerkfabriek in Enschede
2002: Invoering van de euro
Hoe goed is je score?
In 2004 heeft het marktonderzoekbureau Team Vier speciaal voor de bundel 'Gissen en missen' van Maja Vervoort deze test telefonisch aan ruim 900 Nederlandse mannen en vrouwen afgenomen.
De groep vormde een representatieve steekproef, dat wil zeggen dat zij qua samenstelling een afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder.
Het blijkt dat over de hele linie de jongeren het beter doen dan de ouderen: met het toenemen van de leeftijd neemt het gemiddeld aantal goede antwoorden af.
Bij alle leeftijdsgroepen worden gebeurtenissen zowel te vroeg als te laat gedateerd. Maar er is toch wel een tendens in de gemiddelden te zien: het aantal antwoorden met een plus-notering (de gebeurtenis wordt later gedateerd dan de werkelijke datum) neemt met het ouder worden af; het aantal antwoorden met een min-notering (de gebeurtenis wordt eerder gedateerd dan de werkelijke datum) neemt met het ouder worden toe.
De verschillen zijn klein, maar wel significant (op 90% niveau). Dat wil zeggen dat er een zekere neiging tot omgekeerde telescopie is bij het ouder worden, men zet de gebeurtenissen vaker terug in de tijd.
Hoe goed is jouw score in vergelijking met deze steekproef?
Zie daarvoor de onderstaande cumulatieve tabel.
Tabel cumulatieve percentages aantal goed
Aantal goed % (totaal) % (mannen) % (vrouwen)
10 0 0 0
9 0,1 0,3 0
8 0,2 0,3 0,1
7 0,9 1,3 0,5
6 2,9 3,8 2,0
5 7,7 10,1 5,3
4 15,5 19,0 12,0
3 31,6 35,8 27,4
2 58,3 61,7 54,9
1 87,0 87,6 87,4
0 100,0 100,0 100,0
Hoe moet je deze tabel lezen?
Bijvoorbeeld:
Wie er 7 goed heeft, hoort tot de 0,9% Nederlanders met 7 of meer goed, tot de 1,3% mannen of de 0,5% vrouwen met 7 of meer goed.
Verklaring
Je zult waarschijnlijk alleen die data goed hebben die gekoppeld zijn aan data uit je persoonlijk verleden. Je kunt je bijvoorbeeld de dood van Diana herinneren omdat je toen voor je verjaardag met vrienden in het café zat. Overige data worden meestal incorrect herinnerd. Recenter of juist minder recent dan ze in werkelijkheid plaatsvonden?
Tests als deze wijzen uit dat mensen geneigd zijn gebeurtenissen in het verleden recenter in te schatten dan ze in werkelijkheid gebeurd zijn. De verklaring is dat gebeurtenissen waarvan je je het beeld nog heel scherp voor ogen kunt halen dichterbij in de tijd lijken te staan, alsof je er met een verrekijker naar kijkt. Het verschijnsel wordt dan ook 'telescopie' genoemd.
Er is echter ook gebleken dat het verschil maakt hoe oud je bent. De Britse onderzoekers Susan Crawley en Linda Pring vonden dat mensen tussen 35 en 50 jaar de gebeurtenssen die de laatste twintig jaren in Het Britse nieuws waren geweest, inderdaad te recent dateerden.
Mensen die ouder waren dan 60 jaar, dateerden de gebeurtenissen echter verder weg in de tijd, dus vóór de werkelijke datum. Dat zou dus een omgekeerde telescopie zijn.
Wat vliegt de tijd
De omgekeerde telescopie bij ouderen zou volgens sommigen een verklaring kunnen zijn van het gevoel dat veel ouderen hebben dat 'de jaren voorbij vliegen'. Wanneer de tijd in je beleving steeds sneller lijkt te gaan, zou je van gebeurtenissen van twintig jaar geleden inderdaad het gevoel kunnen hebben dat het langer dan twintig jaar geleden was.
Douwe Draaisma wijst er in zijn boek Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt echter op dat zowel eerder als later dateren van een gebeurtenis tot de verzuchting kan leiden dat de jaren voorbij vliegen.
Iemand die de dood van John Lennon (1980) in 1985 plaatst, zal zeggen: 'Goh, is het al zolang geleden, wat vliegt de tijd!' Iemand die de dood van Lennon in 1975 plaatst, zal zeggen: 'Ik dacht dat het langer geleden was, wat vliegt de tijd!'
Het onderschatten of overschatten van een voorbije periode kan dus in beide gevallen het gevoel geven dat de tijd sneller gaat dan je denkt!
Klik hier voor nog meer geheugentests.